Waarom deze boeken?

Dit is het probleem waarvoor ik hoop dat dit boek een oplossing zal zijn: je loopt door het bos en je ziet een exquise paddestoel staan. Bijvoorbeeld een dennenboleet. Maar hoe weet je zeker dat het een dennenboleet is? En niet een giftige satansboleet? En als het echt een dennenboleet is, hoe moet je hem dan klaarmaken? En wat te doen met een eventueel oogst-overschot? Het Handboek Paddestoelen geeft het antwoord op deze vragen.

Maar het kan ook zijn dat je over de markt loopt en eekhoorntjesbrood, cantharellen, stekelzwammen of trompettes ziet liggen en dringend behoefte krijgt aan een recept. Het eerste deel van het Handboek Paddestoelen geeft 440 recepten voor 40 wilde paddestoelen.

En tenslotte kan het voorkomen dat je wilde paddestoelen nodig hebt in een recept en dat je geen tijd hebt om het bos in te gaan. Het Handboek Paddestoelen geeft tips over welke winkels en groothandels te benaderen.

Het tweede deel van het Handboek Paddestoelen is voor gevorderden en geeft veel aanvullende mycologische informatie. Het noemt 107 nieuwe eetbare paddestoelen en beschrijft er 30 in detail. Zes families worden uitputtend behandeld: Amanieten, Boleten, Cantharellen, Champignons, Oesterzwammen en Russula’s. Determineerschema’s leiden door de grootste families. Er zijn 60 nieuwe recepten. In zes achtergrondverhalen komen risico’s, plukervaringen, vindplaatsen en culturele aspecten aan bod. Een integraal register overkoepelt beide delen van het Handboek.

Samen vormen de beide delen van het Handboek Paddestoelen het meest uitgebreide en volledige overzicht van de mycogastronomie dat tot dusver verscheen.

Waarom het Paddestoelen Kookboek?

Ik vertel dit op een filmpje op Youtube in 3 minuten.